Woord van de week: Ding

Bijna alles wat je kunt aanraken is een ding: een tafel, een stoel, een pen, een boek, een gieter.... Er zijn eindeloos veel dingen! Alleen levende wezens: mensen, dieren en planten noem je geen ding.

Als je niet weet hoe iets heet, vraag je: Hoe heet dat ding met die cijfers en die wijzers ook alweer?

Trouwens, als je niet weet hoe iemand heet, kun je ook zoiets zeggen als: Mevrouw... dinges, je weet wel wie ik bedoel.

In het Brabants zeg je, half bewonderend half afkeurend: 'Wè'n ding' (Wat een ding) over een vrouw die of een meisje dat iets eigenzinnigs gedaan heeft.

 

Ooit, heel vroeger, betekende ding maar één ding: een vergadering van het volk waarin mensen werden veroordeeld voor de misdaden die ze hadden begaan. Later werd dit een rechtszaak, waarbij 'zaak' de algemene term was voor iets waarvan je niet precies de naam wist. Een ding dus!

 

Het woord ding komt nog steeds voor in die oude betekenis van 'vergadering' of 'overleg'. Een kort geding is een rechtszaak waarbij de rechter binnen korte tijd uitspraak doet.

Afdingen betekent: in overleg met elkaar een lagere prijs bedingen.

Ons woord dinsdag is waarschijnlijk ook afgeleid van het oude woord voor ding, thingsus. De volksvergadering werd op een vaste dag in de week gehouden, de dingsdag dus.

 

In het Duits hebben ze ook 'Dingen' (uitspraak: diengen) en in het Engels hebben ze 'things'.

 

De Amerikaanse kinderboekenschrijver Dr. Seuss heeft er een van zijn beroemde prentenboeken aan gewijd.

Reactie schrijven

Commentaren: 0